Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ziet op dit moment geen mogelijkheden om iets te doen aan de 'verminking' van het voormalige Van Klingerenpaviljoen en een monumentaal kunstwerk van Pierre van Soest. De Haagse Stadspartij had daarom gevraagd.
Het Van Klingerenpaviljoen was in de jaren ’70 in gebruik als aanbouw van Villa Ockenburg, waarin op dat moment een jeugdherberg was gevestigd. De grote moderne vleugel van staal en glas was vernoemd naar de architect Frank van Klingeren. In 1996 werd de jeugdherberg gesloten. In 2011 werd de Van Klingerenvleugel verwijderd en opgeslagen. In 2023 verhuisde het naar de Binckhorst om te worden hergebruikt in het nieuwbouwproject Binck Poort bij de Binckhorsthaven in Den Haag.
In het nieuwbouwproject werd ook ruimte gemaakt voor een kunstwerk uit 1965 van Pierre van Soest. Het betonreliëf maakte vroeger deel uit van Jeugdgebouw ‘De Albatros’ in Amsterdam - ook een ontwerp van Frank van Klingeren - dat in 2001 werd gesloopt. Het lag 20 jaar in een opslagruimte tot het in Den Haag kon worden hergebruikt.
Tot schrik van fractievoorzitter Fatima Faïd van de Haagse Stadspartij bleek onlangs dat in het paviljoen door een horeca-uitbater extra constructies en wanden zijn aangebracht. Ook is het kunstwerk van Van Soest ingebouwd en deels verstopt achter gipsplaat. Eén buitengevel is geheel dichtgezet met gipsplaat en aan de buitenkant afgeplakt met zwart folie.
Tekst gaat door onder foto.
Foto: Gerrit van Es (HVE Architecten).
Geen gemeentelijke bescherming
Faïd stelde over de 'verminking' schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders. Die laat nu weten dat de locatie is bezocht en dat er contact is gelegd met de gebouweigenaar om de ontstane situatie te bespreken. De gebouweigenaar heeft aangegeven hier met de betreffende partijen over in gesprek te gaan en de uitkomsten daarvan aan de gemeente terug te zullen koppelen.
“Ook is binnen de gemeente door de betrokken afdelingen onderzocht of er handhavend kan worden opgetreden op de wijzigingen die thans binnen het pand worden aangebracht”, schrijft het college. “Dit is niet het geval, tenzij er sprake is van een exces.”
“Het college is van mening dat het afplakken van de ramen kan leiden tot een aantasting van de beeldkwaliteit. Echter betekent een aantasting van de beeldkwaliteit niet per definitie dat hierop door de gemeente handhavend kan worden opgetreden. Het pand heeft geen gemeentelijke bescherming omdat het geen monument betreft en ook niet in een beschermd stadsgezicht ligt.”